Greetings from the South - Reisverslag uit Queenstown, Nieuw Zeeland van Emmeline Koopmans - WaarBenJij.nu Greetings from the South - Reisverslag uit Queenstown, Nieuw Zeeland van Emmeline Koopmans - WaarBenJij.nu

Greetings from the South

Door: emmeline koopmans

Blijf op de hoogte en volg Emmeline

21 Mei 2011 | Nieuw Zeeland, Queenstown

Hallo Hallo!

Vanuit noord Nieuw-Zeeland een hartelijke goedemiddag!
Als ik niet beter zou weten zou ik denken dat we hier nooit zijn weggeweest, maar in werkelijkheid zijn we bijna een maand verder.

De afgelopen tijd is er een hele hoop gebeurt, ik hoop dat jullie even tijd hebben, want ik sta te springen om jullie helemaal up-to-date te brengen!

De laatste keer dat ik een blog postte waren we in Wellington, en zouden we de volgende ochtend de oversteek maken naar het Zuidereiland.
In alle vroegte zijn we op weg gegaan en maakte we ons op voor de bootreis van drie en half uur. Van de reis zelf hebben we niet veel meegekregen, aangezien het hondenweer was, en dus hebben we ons maar lekker in het café genesteld.
Ons plan was om te zorgen dat we als eerste van boord zouden zijn zodat we de meeste kans hadden op een lift van de voorbij komende auto’s. Dit plan viel fataal in het water toen bleek dat we eerst nog een half uur op onze bagage zouden moeten wachten, en eenmaal buiten erachter kwamen dat de hele bootlading er al vandoor was.
Dan maar even vragen bij de informatie, om eerlijk te zijn waren we wel een beetje klaar met liften en zagen we een relaxte busreis richting Christchurch wel zitten. Wat bleek? Een korte vertraging van de boot en de tijd die we hadden ‘’verspilt’’ met het wachten op onze bagage hadden ervoor gezorgd dat we al het mogelijke verkeer gemist hadden. Het kwam er op neer dat er de hele dag NIETS meer zou rijden, en tot overmaat van ramp was de bus voor de volgende dag volgeboekt.
Daar stonden we dan; in een gehucht van een gehucht genaamd Picton, in de stromende regen, doorweekt van onder tot boven, strontchagrijnig en geen idee hoe we nu verder moesten. Een ding was duidelijk: we moesten nu wel gaan liften.
Twee uur later stonden we nog steeds op dezelfde plek, wanhopig, en bereid een auto te stelen, tot we uiteindelijk een lift kregen van Sam. Hij bracht ons een dorp verderop, wat een half uur rijden was, maar ook al had hij gezegd dat hij op weg was naar de maan, ik was ingestapt, zo wanhopig was ik. Sam vertelde dat hij zelf ook gelift had en dat zijn ouders hun huis ingeruild hadden voor een bus en daarmee als ouwe hippies het land doortrokken (hint hint??)
Grappig was wel dat de bus dezelfde naam als ik had (al niet helemaal hetzelfde gespeld vermoed ik) achja, it’s all-in the name!
We kwamen uiteindelijk aan in Blenheim, waar we na een lange dag eindelijk een warme douche konden nemen en onze kleren konden uithangen.
De volgende ochtend besloten we weer een gokje te waren, met Christchurch nog honderden kilometers voor ons, hadden we niet al te veel verwachtingen van die dag.
Na lang gewacht te hebben kregen we uiteindelijk met twee andere backpackers een lift naar Kaikoura, een gezellig kustplaatsje.
Aangezien het die dag, hoe verrassend, weer regende hadden we meteen besloten daar voor die dag te blijven.
We hadden een gezellig, huiselijk hostel en net als de voorgaande dagen hebben we voortreffelijk geslapen. Uitputtende sport hoor, dat liften.
Vanaf Kaikoura hoopte we diezelfde dag nog in Christchurch te arriveren, wat nog ongeveer 200 km voor ons lag. S’ochtends vroeg uit de veren zodat we nog een lange dag voor ons zouden hebben.
Na korte tijd werden we opgepikt door Rose- een echte Moari vrouw die voor haar werk onderweg was naar Christchurch, en gelukkig voor ons wilde ze ons wel meenemen- jippie!
Rose heeft ons veel verteld over de native people en hoe belangrijk deze geschiedenis voor dit land is.
Het idee dat wij zonder plan, whatsoever naar Christchurch gingen stond haar niet aan en daarom wilde ze zeker weten dat we goed aankwamen, dus heeft ze ons hoogstpersoonlijk bij een hostel afgeleverd, ookal moest ze hiervoor 100 rondjes door het centrum rijden, omdat veel wegen waren afgezet en veel van de hostels waar we naartoe reden gesloten waren door verwoestingen.
Uiteindelijk kwamen we terecht in een schattige houten villa met maar een aantal kamers, maar wel een echte huiskat! (ik heb in het afgelopen jaar ongeveer drie katten gezien en bij een aanblik aan de rolmops kreeg ik meteen heimwee naar mijn eigen kroelkater)

Christchurch was indrukwekkend. Voor het eerst waren we in een rampgebied belandt en eerlijk gezegd had ik geen idee wat ik moest verwachten.
Wat wij die twee dagen daar allemaal gezien hebben is niet te beschrijven, de hele stad ligt in puin, en er hangt een grimmige sfeer.
Huizen zijn met de grond gelijk gemaakt, de schappen in winkels liggen nog steeds compleet over hoop, kerken zijn ingestopt, de grond is gevuld met gaten…
Wat ik voelde toen ik de verwoestingen zag ging tegen mijn natuurlijke gevoel in. Overspoelt door gevoelens die je niet kan plaatsen, het lijkt alsof je ogen je bedriegen, het lijkt onrealistisch en tegelijkertijd heb je heel goed door dat alles wat je ziet echt is.
In deze brei van ongeloof namen we waar dat mensen de draad weer gewoon hadden opgepakt, alsof er nooit iets gebeurd was, zo onbegrijpelijk maar zo waar: no matter what, life goes on…
In de twee dagen dat we daar waren hebben we zelf ook twee aardbevingen meegemaakt, waarvan een van 4.1 op de schaal van richter (de aardbeving die deze chaos heeft veroorzaakt was 6.7! Bbbrr!)

Het besef dat we Christchurch al liftend hadden gehaald was ongelofelijk, dat was +- 1300 km in 6 dagen!
Ondanks de ongelofelijke ervaring hadden we er wel een beetje genoeg van, we waren compleet afhankelijk geweest van andere mensen en het liften zelf was uitputtend.
We waren toe aan iets anders en besloten dat het een goed idee was om ons in onze toekomstige hippie-camper te gaan verdiepen. Het plan was om nu een campertje te huren en daarmee de rest van de reis door Nieuw-Zeeland te trekken en hopelijk heel veel moois onderweg tegen te komen.
Zo gezegd, zo gedaan, en na enig rondzoeken kwamen we uit bij Escape Campers.
We hebben vreselijk geluk gehad, want door een cancellation konden we de volgende dag al een camper ophalen, wie weet hoe lang we anders nog in Christchurch hadden moeten blijven!
Nu hebben we dus een Toyota busje (vraag me niet welk type, daarvoor moet je bij Joris wezen, die je, gewild of niet, een complete lezing over automerken en types kan geven. Zal wel een mannending zijn) dat de komende weken fungeert als ons huis.
Vanaf Christchurch begonnen we aan ons nieuwe avontuur, en begaven we ons naar Lake Tekapo, een prachtig meer omgeven door bergen. Het was er alleen stervenskoud.
Na al die maanden Australie ben ik al lang niet meer gewend aan kou, sterker nog, ik ben het afgelopen jaar niet blootgesteld aan een temperatuur onder de 25 graden en daarmee een beetje vergeten hoe het voelt om kou te lijden.

Onze eerste avond verliep niet helemaal volgens plan toen onze gasbrander besloot een eigen leven te gaan leiden en ons te verrassen met een enorme vlam out-of-nowhere. Compleet overdonderd en helemaal in paniek zag ik de reis in vlammen op gaan, letterlijk…
Twee aardige Maleisiërs zijn ons uiteindelijk te hulp geschoten en met z’n vieren hebben we gelukkig het vuur kunnen doven.
Na bekomen te zijn van de schrik hebben we het kookstelletje van de Maleisiërs geleend, en zijn we de volgende dag meteen op zoek gegaan naar een nieuw kookstel, een veilige dit keer!
Na het avontuur in Lake Tekapo zijn we doorgereden naar Mount Cook National Park. Mount Cook is met 3764 meter de hoogste berg van Nieuw-Zeeland ligt en is vernoemd naar de ontdekker van het land, Captain Cook.
Daar hebben we twee hele mooie wandelingen gedaan, en prachtige foto’s gemaakt. Helaas hebben we door het slechte weer Mount Cook zelf niet gezien, maar de omgeving zelf was al mooi genoeg.
Vanuit Mount Cook hebben we het avontuur vervolgd naar Dunedin, een van de drie grote steden (met Christchurch en Queenstown) van NZ, we hebben daar nog een kijkje genomen in de oude stationshal, en een beetje door het centrum gewandeld.
Van Dunedin zijn we doorgereden naar Invercargill, helemaal in het zuiderlijkste puntje van het land, waar we voor de rest niet echt iets bijzonders hebben meegemaakt.

We waren nu al een tijdje op weg en het zwerversleven beviel goed. Het is een heerlijk gevoel om zonder besef van tijd te leven, om je een half uur lang af te vragen welke dag het vandaag nou toch in godsnaam is, en nog beter is het gevoel dat het er allemaal niet toe doet. Je leeft in het nu, je geniet van het moment, en alles wat daarna komt is een zorg voor later.
Het is avontuurlijk om s’ochtends niet te weten waar je s’avonds zult gaan slapen, maar het levert soms ook een hoop onrust op.
We merkten al snel dat Nieuw-Zeeland niet heel erg afgesteld is op arme backpackers zoals wij (wij zijn hier op sommige plekken in het land een echte bezienswaardigheid, ik voel me soms net een levende attractie) omdat we erg veel moeite hebben met het vinden van geschikte slaapplaatsen. Vaak kunnen we niet op tijd iets vinden, of is het er gewoon niet, wat tot een hoop frustratie lijdt.
Na een keer een lange dag te hebben gereden, en zonder iets te hebben kunnen vinden, besloten we maar op een parkeerplaats te gaan staan, een beetje verscholen tussen de bosjes. Het was immers al donker en we zouden de volgende ochtend toch weer vroeg op pad gaan.
Na een korte nachtrust werden we de volgende ochtend om 6 uur s’ochtends wakker van een vreemd geluid; een D-O-E-D-E-L-Z-A-K!
Verontwaardigd over waarom dat vreemde ding in hemelsnaam zo vroeg in de ochtend geluid moest produceren, deden we het gordijntje van de auto open, en waren met stomheid geslagen toen we voor ons op het plein een hele verzameling van mensen bij elkaar zagen staan. De parkeerplaats was helemaal volgebouwd met auto’s, en voor ons vond een complete kerkmis plaats. Wat bleek? Zonder het te weten waren we op Anzac Day beland, een echte Kiwi feestdag. Tussen de mensen bevonden zich ook een handvol agenten, waardoor we nogal de zenuwen kregen, want bepaald legaal stonden we niet, en omdat we geen boete wilden riskeren, is het ons gelukkig gelukt om ongezien weg te glippen.
Het volgende avontuur vond om dezelfde reden plaats; weer hadden we al heel lang gereden en konden we geen geschikte slaapplaats vinden. Uiteindelijk vonden we een afgelegen rest area met een oud informatiestalletje waar we konden schuilen voor de stromende regen. Toen we de volgende ochtend met goede moed aan ons ochtendritueel wilde beginnen (wat niet zoveel voorstelt als je in een auto woont, maar dat terzijde) werden we onder de afwas bruut gestoord door een uitgehongerde knorrepot op vier poten: EEN VARKEN JA!
Helaas voor ons was het beest op onze vieze borden uit, en gooide haar/het/zijn (?) hele lijf in de strijd om de lekkere restjes op te kunnen peuzelen. Ooit geprobeerd een varken van je vieze afwas af te krijgen? Ik wel. Een krachttraining op zich, volgens mij woog het beest meer dan een fitness apparaat alleen al. Oef.

Anyhow, na varkens en doedelzakken te hebben overwonnen hebben we onze reis vervolgd richting Fiordland National Park.

Fiordland National Park is het grootste natuurpark in Nieuw-Zeeland. Vanwege de speciale geologie, landschap, flora en fauna is het uitgeroepen tot werelderfgoedgebied. Het park bestaat voornamelijk uit bossen en water, waaronder veertien fjorden en een hoop bergmeren.

Wat we daar voor moois zagen heeft mijn adem flink benomen, ik vind het zoiets prachtigs dat er in deze wereld nog plekken bestaan die niet door de mens zijn aangetast, het is zo schitterend om puur, ruw landschap te zien dat wordt opgelicht door zonlicht en straalt onder een heldere hemel. Na het bezoek aan de Fiordlands is me heel duidelijk geworden waarom we gebieden als deze moeten zien te behouden, nergens komt schoonheid zo tot leven als op deze plek.

Het hoogtepunt van ons bezoek aan het park was Milford Sound, de bekendste fjord in het park. Naast het feit dat we enorm genoten hebben van de omgeving, hebben we hier ook een boottocht door de fjorden gemaakt, die ons uiteindelijk bij de Tasmaanse zee bracht. Gelukkig hadden we schitterend weer (volgens de kapitein kon het zelfs niet beter dan dit!) en hebben we echt prachtige foto’s gemaakt (die te bewonderen zijn op facebook, voor belangstellende)
Als kers op de suikertaart kwamen we op de terugweg van de tocht een groep dolfijnen tegen, die voor de boot gingen zwemmen. Dat maakte onze dag echt helemaal compleet, en konden we met een goed gevoel aan de terugreis beginnen.

Na ons liftersavontuur hebben we besloten dat we zelf ook wel eens een lifter mee wilden nemen, mocht de gelegenheid zich voordoen. We waren heel erg dankbaar voor de ervaring en wilden andere mensen ook wel eens een plezier doen met een gratis ritje richting plaats van bestemming.
Zo kwam het dat we op de weg terug een lifter hadden opgepikt, een echte kiwi van ergens in de vijftig. De beste man was een echte tramper, en heeft ons nog het een en ander verteld over het park, ook kregen we een aantal goede tips, met name over het drinkwater. Blijkt dat je al het beek/berg/meer-water in Nieuw-Zeeland gewoon kan drinken zonder je al te veel zorgen te maken, het is namelijk zo schoon en zuiver dat het gewoon als drinkwater voldoet. Ongelofelijk, maar waar. Zou je in Nederland eens moeten proberen zeg!
Nadat we de man in het dorp hadden afgezet, stond hij erop dat we 20 dollar van hem aan zouden nemen, voor een douche (waarschijnlijk stonken we heel erg, haha!) en wat te eten. Uiteindelijk hebben we het geld dankbaar aangenomen, we hebben er een kratje bier van gekocht, en heerlijk in de zon op de beste man geproost.
Daarna was het tijd om ons te begeven richting de volgende bestemming op ons lijstje: Queenstown.

Na een paar uur rijden kwamen we aan in de stad. Queenstown heeft ruim 10.000 inwoners en ligt aan een groot meer, het Wakatipumeer.
Het viel ons meteen op hoe vreselijk toeristisch het erg was, hele straten waren gevuld met tourbureau ‘s en eigenlijk alles om je toeristische behoefte mee te bevredigen, mocht je dat willen.
Ondanks dat het een klein stadje is met een klein centrum, bruist het van leven en gezelligheid. De straten waren gevuld met gezellige cafétjes en terrasjes, wat voor mij een hele openbaring was.
Ze zeggen wel is dat het Nederlandse woord ‘’gezelligheid’’ niet te vertalen is naar het Engels, omdat de Engelsen deze manier van knusheid helemaal niet kennen. In Australië heb ik dat heel erg gemerkt, gezellig een terrasje pakken of knus een cafétje opzoeken is er daar niet bij, dat kennen ze daar simpelweg gewoon niet. De afgelopen maanden heb ik dat dan ook best wel gemist, en was het leuk om dit in Nieuw-Zeeland weer een keer tegen te komen, ook al waren de terrasprijzen ver boven ons reizigers-budget.
Nadat we de stad een beetje bezichtigt hadden hebben we nog even langs het meer gewandeld en genoten van het prachtige uitzicht.
Die avond hebben we op een prachtige plek gekampeerd, net buiten de stad, omgeven door bergen en bergmeren, vonden we een campsite midden in een vallei.

Ondertussen begonnen we er steeds meer lol in te krijgen om midden in de natuur te leven. Nog steeds was het erg koud, zo met de winter voor de deur, waardoor ik ongeveer in m’n thermolegging woon. Ook bedank ik degene die de uitvinding ‘’thermosokken’’ heeft gedaan hartelijk, daar heb ik errug veel profijt van en heeft me een paar bevroren tenen bespaart. Toch heeft het wel wat hoor, met bevroren handen je afwas doen in het meer, je tanden poetsen met bergwater, en je handen wassen in de beek.
Waarschijnlijk is het voor jullie moeilijk voor te stellen, maar ik sla een kreet van blijdschap als we na een week banjerend door de natuur een keer op een normale wc, met warm water en zeep m’n handen kan wassen. Dat is echt voor ons een onbereikbare luxe.
Dan kom ik ook meteen aan bij ons minimale douchegebruik; wonen in een auto heeft echt wel wat, zo lekker primitief van de natuur genieten. Maar dat betekent ook dat we dagenlang niet kunnen douchen. Soms hebben we geluk en komen we onderweg een openbare douche tegen, maar erg vaak is het niet, waardoor we soms een week niet kunnen douchen. Jullie kunnen je dus wel voorstellen dat onze auto geweldig lekker ruikt en ook onze kleren de meest heerlijke lucht afstoten, en dan heb ik het nog niet eens gehad over onze eigen lichaamsgeur haha. Hoe dan ook, hoe langer het duurt totdat we stromend water hebben gevonden, hoe dankbaarder we zijn om het vuil van ons af te kunnen spoelen.

De tweede dag in Queenstown hebben we nog een ritje in de kabelbaan gedaan, die ons helemaal tot de top van de berg bracht en ons prachtig uitzicht over de stad/dorp (Queenstown is niet echt een stad, maar ook geen dorp) gaf.
We waren nu al een aardige tijd op weg en langzamerhand begon de vermoeidheid toe te slaan, ondanks dat we niet elke dag even veel deden, en ook veel in de auto zaten, voelden we de energie uit ons wegtrekken. Ondanks dat we heel veel slapen, eist het reizen wel zijn tol, waardoor we vaak nergens energie voor hebben en uiteindelijk helemaal instorten. We vermoedden dat het komt door de actieve reisstijl en de vele indrukken op een dag, we doen ook zoveel!
Uiteindelijk hebben we besloten het iets rustiger aan de toen, al was dat erg moeilijk met zo’n druk schema.

Na een paar leuke dagen in Queenstown hebben we onze reis vervolgd, maar omdat ik jullie geen overkill aan informatie wil geven, hou ik het voor nu even hierbij.

TO BE CONTINUED!

  • 21 Mei 2011 - 08:32

    Aiso:

    Dat gevecht met het varken had ik wel willen zien. Toch wel leuk dat je allemaal van die echt inheemse beesten tegenkomt daar!

    Verder leuk om te lezen en wat zul je de luxe hier in Holland weer overweldigend vinden (wel weer iedere dag douchen hoor!).

  • 21 Mei 2011 - 14:50

    Fumi:

    hahahaha die doedelzak. het duurde ook even voordat ik doorhad dat je het niet over het paardenras fjord had.

  • 21 Mei 2011 - 14:50

    Fumi:

    trouwens je vrije schoolse schrijfstijl komt echt naar voren hahahaha

  • 21 Mei 2011 - 14:50

    Fumi:

    aaaaaahhh ik mis je. maar ok nu stop ik met spammen.

  • 22 Mei 2011 - 14:29

    Luke:

    Leuk om het allemaal te lezen, een overkill aan info is het zeker niet!
    Veel plezier daar!

  • 22 Mei 2011 - 17:03

    Manuela:

    Haay!

    Wat een verhaal, wat maak je veel mee! Haha moest erg lachen om het gevecht met het varken!

    Heel veel plezier toegewenst!

    Kus.

  • 22 Mei 2011 - 20:15

    Loes(moeder V Joris):

    Hartstikke leuk om te lezen Emmeline, ik vind het een groot avontuur wat jullie daar samen beleven! Geniet nog van de laatste dagen (wat gaat de tijd snel...), groetjes van Loes

  • 23 Mei 2011 - 07:32

    Sophie:

    Ik heb hier maar 1 woord voor: WAUW

  • 24 Mei 2011 - 12:39

    Opa Koopmans:

    Lieve Emmelien
    Meid wat maak jij wat mee. Het is geweldig om dit allemaal mee te maken. Ik lees jouw verhalen met veel belangstelling maar zal ook blij zijn als ik je weer in levende lijve zal zien.
    Liefs Opa

  • 28 Mei 2011 - 17:34

    Natas:

    Hee meid! Heerlijk om al je avonturen te lezen.
    Heb jij mijn mail ontvangen? Ik wacht nml nog op een mailtje terug;) Haha

    KUs!!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nieuw Zeeland, Queenstown

Down Under

Recente Reisverslagen:

06 Juli 2011

North!

17 Juni 2011

De reis in het zuiden

21 Mei 2011

Greetings from the South

15 April 2011

Welkom in Kiwiland

31 Maart 2011

To the moon and back
Emmeline

Actief sinds 06 Sept. 2010
Verslag gelezen: 236
Totaal aantal bezoekers 25506

Voorgaande reizen:

24 Maart 2018 - 10 December 2018

Berlijn

18 Juli 2012 - 18 Augustus 2012

India!

13 September 2010 - 11 Juli 2011

Down Under

Landen bezocht: